Gratis verzending vanaf 30 euro
Digitaal te lezen in de app
Engelse werkwoorden kunnen best verwarrend zijn. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen de present perfect en de present simple? Op deze pagina lees je alles wat je moet weten over de werkwoordstijden in het Engels.
Wil je een samenvatting van de Engelse werkwoordstijden op video zien? Kijk dan onderstaande video.
De present simple is de onvoltooid tegenwoordige tijd in het Nederlands en wordt gebruikt om een feit, een gewoonte of een regelmatig weerkerende handeling weer te geven.
Vorm: het hele werkwoord. Bij de 3e persoon enkelvoud (he/she/it, wordt er een -s aan toegevoegd.
I work
You work
He/she/it works
We work
You work
They work
Er zijn een aantal signaalwoorden die het gebruik van de present simple aangeven: always, never, often, sometimes, usually, on ‘Tuesdays’, in the weekend.
Voorbeeldzinnen:
De voltooide tijden worden gevormd door een vorm van het hulpwerkwoord to have + voltooid deelwoord. De voltooide tijd duidt een verband aan tussen twee handelingen, waarvan de ene handeling eerder plaatsvond dan de tweede, die het gevolg of het resultaat van de eerste is.
De present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat een handeling nog niet is afgelopen of dat het resultaat ervan van belang is.
Vorm: have/has + werkwoord + -ed
Opmerking: onregelmatige werkwoorden krijgen geen -ed aan het einde!
De signaalwoorden van de past perfect vormen het ezelsbruggetje FYNE JAS waarbij iedere letter voor een signaalwoord staat: for, yet, never, ever, just, already, since.
Voorbeeldzinnen:
De past perfect beschrijft een handeling die plaatsvond vóór een bepaald moment in het verleden.
Vorm: had + voltooid deelwoord
Opmerking: onregelmatige werkwoorden krijgen geen -ed aan het einde!
Voorbeeldzinnen:
De present continuous geeft 3 gevallen aan:
Vorm: am/are/is + werkwoord + ing
Voorbeeldzinnen:
Let op, de continuous wordt niet gebruikt:
Uitzondering: How are you feeling today?
De past continuous beschrijft een handeling die op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of een handeling die in het verleden begon en die nog steeds aan de gang is. Kortom, het is een onafgemaakte handeling in het verleden.
Vorm: was/were + werkwoord + ing
Voorbeeldzinnen:
De future simple geeft 3 gevallen aan:
Vorm: will + heel werkwoord
Voorbeeldzinnen:
Hieronder kun je een kort overzicht van de werkwoordstijden in het Engels zien.
Present Simple |
Heel werkwoord/ -s bij he/she/it |
Feit, gewoonte, regelmatigheden |
Present Perfect |
Have/has + voltooid deelwoord |
Een handeling is nog niet afgelopen of het resultaat is belangrijk |
Past Perfect |
Had + voltooid deelwoord |
Een handeling vond plaats voor een bepaald moment in het verleden |
Present Continuous |
Am/are/is + werkwoord + -ing |
Er is iets aan de gang, de toekomst of irritaties |
Past Continuous |
Was/were + werkwoord + -ing |
Onafgemaakte handeling in het verleden |
Future Simple |
Will + heel werkwoord |
Spontane beslissing, toekomst, zekere handeling |