Engelse signaalwoorden
Signaalwoorden geven de verbanden van zinnen of alinea’s in een tekst weer en zorgen ervoor dat de tekst een samenhangend geheel is. Kortom, signaalwoorden brengen structuur aan in een tekst. Het is belangrijk dat je signaalwoorden kunt herkennen, en dat geldt ook voor Engelse signaalwoorden. Maar welke signaalwoorden zijn er allemaal in het Engels? Je leest het hier.
Opsomming
Deze signaalwoorden geven een opsomming van meerdere elementen.
Engels | Nederlands |
---|---|
And |
En |
Also |
Ook |
As well |
Ook |
Besides |
Bovendien |
First of all, second, third |
Ten eerste, tweede, derde |
Furthermore |
Verder |
Moreover |
Bovendien |
To add, adding, in addition to this |
Toevoegen |
Too |
Ook |
Voorbeeld: I play soccer, but I play volleyball as well.
Oorzaak en gevolg
Deze signaalwoorden geven aan dat er hierna een reden dat iets gebeurt (oorzaak) en/of wat er hierdoor gebeurt (het gevolg) volgt.
Engels | Nederlands |
---|---|
As a result of |
Als gevolg van |
Because |
Omdat, want |
Because of |
Doordat |
Cause, origin |
Oorzaak |
Consequently |
Als gevolg |
Due to |
Doordat |
Hence |
Vandaar |
Reason why |
Reden van |
Since, as |
Aangezien |
So |
Dus |
So that |
Zodat |
Therefore |
Daarom, dus |
Voorbeeld: The student went home because she was ill.
Tegenstelling
Deze signaalwoorden geven aan dat er een tegenstelling volgt.
Engels | Nederlands |
---|---|
Although |
Hoewel |
But |
Maar, echter |
By contrast |
Daarentegen |
Conversely |
Daarentegen |
Even though |
Ook al |
However |
Maar, echter |
In contrast with |
In tegenstelling tot |
In spite of |
Ondanks |
Instead (of) |
In plaats daarvan |
Nevertheless, nonetheless |
Niettemin, toch |
On the contrary |
Daarentegen |
On the one/other hand |
Enerzijds/anderzijds |
Still |
Toch |
Unlike |
In tegenstelling tot |
Whereas |
Terwijl |
Yet |
Toch |
Voorbeeld: Instead, she decided to quit her job.
Vergelijking
Deze signaalwoorden geven aan dat er een vergelijking tussen twee zaken aankomt.
Engels | Nederlands |
---|---|
Compared to/with |
Vergeleken met |
Equally |
In dezelfde mate |
Just like/as |
Net als |
In comparison to/with |
In vergelijking met |
Rather (than) |
Eerder dan, liever |
Similarly |
Op dezelfde manier |
Voorbeeld: Compared to other students, I scored pretty well on the test.
Voorwaarde
Deze signaalwoorden geven aan dat er een voorwaarde volgt.
Engels | Nederlands |
---|---|
Except |
Behalve |
If |
Als, indien |
Provided that |
Mits |
Unless |
Tenzij |
Voorbeeld: They threatened to hurt him unless he did as they asked.
Voorbeeld
Deze signaalwoorden geven aan dat er een voorbeeld volgt.
Engels | Nederlands |
---|---|
Even |
Zelfs |
For example |
Bijvoorbeeld |
For instance |
Bijvoorbeeld |
Just like/as |
Net als |
Such as |
Zoals |
Voorbeeld: Emma is afraid of dogs, even the little ones.
Conclusie
Deze signaalwoorden geven aan dat er een concluderende bewering aankomt.
Engels | Nederlands |
---|---|
After all |
Per slot van rekening |
All in all |
Alles tezamen |
Consequently |
Dus |
In brief |
Kortom |
In conclusion |
Concluderend |
In short |
Kortom |
In summary |
Samenvattend |
Lastly |
Ten slotte |
So |
Dus |
Summing up |
Samenvattend |
That’s why |
Daarom |
Therefore |
Daarom |
This shows that |
Hieruit volgt |
Thus |
Daarom |
Voorbeeld: In short, the suspect is not to be trusted.
Relativering
Deze signaalwoorden geven aan dat er een relativering volgt.
Engels | Nederlands |
---|---|
Actually |
Eigenlijk |
As a matter of fact |
Eigenlijk, in feite |
By the way |
Trouwens |
In fact |
Eigenlijk, werkelijk |
Surely... but |
Zeker... maar |
To be sure |
Weliswaar |
Voorbeeld: In fact, many schools work with tablets.
Video
Wil je weten hoe je signaalwoorden gebruikt bij tekstverklaren op het eindexamen? Kijk dan onderstaande video.