Erven
Misschien heb je wel eens gehoord dat iemand een bloemenvaasje van zijn tante heeft geërfd of dat iemand veel geld heeft gekregen door de erfenis van een overleden familielid. Op het eerste gezicht klinkt erven best wel simpel, maar er kunnen behoorlijk wat haken en ogen aan zitten. In dit artikel lees je wat erven precies is en hoe dit proces verloopt.
Wat is erven?
Erven is het overdragen van vermogen na overlijden. Dit vermogen noem je een erfenis en degenen naar wie dit vermogen gaat zijn erfgenamen. Vaak bestaat een erfenis uit geld, aandelen, een auto of een huis en andere spullen, aangezien dit veelvoorkomende spullen zijn die mensen achterlaten nadat ze overlijden. Echter, een erfenis kan naast bezittingen ook bestaan uit schulden. In dat laatste geval moet de erfgenaam dan de schulden betalen van degene die overleden is.
Erven is iets anders dan schenken, omdat schenken plaatsvindt terwijl de schenker nog leeft.
Wie ontvangt een erfenis?
In Nederland worden de erfgenamen op twee manieren bepaald: door een testament of door het wettelijk erfrecht.
Je kunt in principe zelf bepalen aan wie je je erfenis nalaat. Om dit te regelen moet je een testament opstellen. Een testament is een document waarin staat wie de erfgenamen zijn en welk deel van de erfenis zij krijgen. Om een testament geldig te laten zijn, moet het worden opgesteld bij een notaris. In een testament kun je laten opstellen dat je je geld aan bijvoorbeeld je kinderen, partner, andere familie of een goed doel wil nalaten. Ook staat in een testament hoeveel geld of andere bezittingen je aan de verschillende erfgenamen wil nalaten. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om meer geld na te laten aan je kinderen dan aan je achterneef.
Het kan zijn dat iemand op het moment van overlijden geen testament heeft. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als iemand onverwachts overlijdt of gewoon nooit de moeite heeft genomen om een testament op te stellen. In dat geval wordt de erfenis geregeld volgens het wettelijk erfrecht. Volgens het wettelijk erfrecht zijn er vier groepen die, als er geen testament is, aanspraak maken op de erfenis:
- Partner en kinderen. Mocht een deel van de kinderen zijn overleden, dan wordt het deel van dat kind onderverdeeld onder de kleinkinderen.
- Ouders, broers en zussen.
- Grootouders.
- Overgrootouders.
Volgens het wettelijk erfrecht heeft groep 1 eerst aanspraak op de erfenis. Als er in groep 1 geen erfgenamen meer over zijn, maakt groep 2 aanspraak. Hierna volgt groep 3 en daarna groep 4. Als er geen testament is en er helemaal geen erfgenamen zijn, dan krijgt de Nederlandse staat de erfenis.
In een testament is het ook mogelijk om iemand te onterven. Onterfde personen zijn geen erfgenaam (meer). Wanneer kinderen worden onterfd, betekent dat echter niet dat ze niets krijgen. Een onterfd kind heeft altijd recht op de zogenaamde legitieme portie, wat gelijkstaat aan de helft van het wettelijk erfdeel van een een kind. Je kunt je kinderen dus niet volledig onterven. Andere personen, zoals je partner, kun je wel volledig onterven.
Moet je een erfenis accepteren?
Nee, het is niet verplicht om een erfenis te accepteren. Zoals we uitlegden kunnen erfenissen zowel uit bezittingen als uit schulden bestaan. Een erfenis kan dus voordelig en nadelig uitpakken voor de erfgenamen. Als je bijvoorbeeld schulden erft, dan zal dit financieel nadelig zijn. In dat geval zou het aantrekkelijker zijn om de erfenis niet te accepteren.
Bij een erfenis heeft een erfgenaam de keuze om de erfenis te aanvaarden of te verwerpen. Er zijn drie mogelijkheden:
- Je kunt een erfenis zuiver aanvaarden. In dat geval accepteer je de hele erfenis, compleet met alle bezittingen en schulden. Als er dan schulden in een erfenis zitten, moet je deze als erfgenaam afbetalen. Je hebt dan wel ook recht op de bezittingen in de erfenis. Het zuiver aanvaarden van een erfenis is dus aantrekkelijk als de bezittingen in een erfenis hoger zijn dan de schulden: in dit geval houd je na het afbetalen van de schuld geld over.
- Je kunt een erfenis verwerpen. In dat geval krijg je geen van de bezittingen die aan je worden nagelaten, maar ook geen van de schulden. Je hoeft de schulden die je erft dan dus niet af te betalen, maar je maakt dan ook geen aanspraak op de bezittingen van de erfenis. Het verwerpen van een erfenis is dus aantrekkelijk als de schulden in een erfenis hoger zijn dan de bezittingen: zo een erfenis zou je geld kosten.
- Je kunt een erfenis beneficiair aanvaarden. Als een erfgenaam een beneficiair aanvaardt, krijgt hij of zij tijd om de erfenis verder te onderzoeken. Erfenissen kunnen soms ingewikkeld zijn, als er veel verschillende soorten bezittingen en schulden worden achtergelaten. In dit geval kan het voor een erfgenaam onduidelijk zijn of het wel of niet aantrekkelijk is om de erfenis te accepteren. Bij het beneficiair aanvaarden krijgt de erfgenaam drie maanden om de erfenis te onderzoeken. Na deze drie maanden moet hij of zij dan besluiten of hij of zij de erfenis zuiver aanvaardt of volledig verwerpt.
Wat is erfbelasting?
De erfbelasting is de belasting die je betaalt over een erfenis. Als je bijvoorbeeld geld ontvangt als je één van je ouders of je partner overlijdt, dan kan het zijn dat je hier belasting over moet betalen. Je draagt dan een bepaald percentage van de erfenis af aan de overheid. Het percentage hangt af van de hoogte van de erfenis en de relatie die je hebt met de overledene.
Rekening houden met de erfbelasting is ook belangrijk als je geld wilt nalaten aan je erfgenamen. Je kunt geld namelijk ook schenken wanneer je nog leeft. Om een keuze te maken tussen erven en schenken, is het belangrijk om te weten hoe hoog de erfbelasting en de schenkbelasting zijn. Als de erfbelasting bijvoorbeeld erg hoog en de schenkbelasting erg laag is, is het aantrekkelijker om geld te schenken (dus tijdens je leven). De ontvanger van het geld betaalt in dat geval minder belasting over een schenking dan over een eventuele erfenis. Natuurlijk kan het ook voorkomen dat de erfbelasting in een specifiek geval lager is dan de schenkbelasting.
Hoe bereken je erfbelasting?
In Nederland wordt het belastingpercentage dat je over een erfenis betaalt bepaald door de relatie die je hebt tot een overledene. Alle erfgenamen krijgen een vrijstelling. De vrijstelling is het deel van de erfenis waarover je geen belasting betaalt. De methode die je gebruikt om erfbelasting te berekenen, lijkt op de manier waarop je rekent met belastingschijven. Stel je voor dat je € 100.000 erft en een vrijstelling van € 60.000 hebt. Je betaalt dan maar over € 100.000 - € 60.000 = € 40.000 belasting. De bedragen van de vrijstellingen in Nederland waren in 2021 als volgt:
Erfgenamen | Bedrag vrijstelling 2021 |
---|---|
Partners | € 671.910 |
Invalide kinderen | € 63.836 |
Ouders | € 50.397 |
Kinderen | € 21.282 |
Kleinkinderen | € 21.282 |
Andere erfgenamen | € 2.244 |
De erfgenamen in de linkerkolom zijn de personen die de erfenis ontvangen. Een invalide kind hoeft dus over de eerste € 63.836 van de erfenis geen belasting te betalen. En als je partner overlijdt, krijg je bijvoorbeeld een hogere vrijstelling dan wanneer je vader overlijdt. Stel je voor dat je € 100.000 erft. Als je deze € 100.000 erft van je overleden moeder, betaal je als kind over € 100.000 - € 21.282 = € 78.818 belasting. Als je € 100.000 erft van je overleden kind betaal je als ouder maar over € 100.000 - € 50.397 = € 49.403 belasting.
Je betaalt enkel erfbelasting over het bedrag dat hoger is dan de vrijstelling. De percentages van de erfbelasting zijn als volgt (2021):
Erfgenamen | Erfbelasting 2021 |
---|---|
Partner of kinderen |
|
Kleinkinderen of achterkleinkinderen |
|
Andere erfgenamen |
|
De belastingpercentages voor de erfbelasting zijn, net zoals veel andere belastingen in ons belastingstelsel, progressief. Hoe hoger het bedrag waarover belasting wordt betaald, hoe hoger het belastingpercentage wordt. Hieronder vind je enkele voorbeelden voor het berekenen van de erfbelasting:
Voorbeeld 1
Stel dat je vader overlijdt en je van hem € 200.000 erft. Omdat één van je ouders overlijdt, heb je als kind een vrijstelling van € 21.282. Het bedrag waarover je belasting betaalt is dan € 200.000 - € 21.282 = € 178.712.
Over de eerste € 128.751 boven de vrijstelling betaal je 10% belasting. Dit komt neer op € 128.751 × 10% = € 12.875,10. Over het bedrag hierboven betaal je 20% belasting. Dit bedrag is € 178.712 - € 128.751 = € 49.961. Het belastingbedrag hierover is dan € 49.961 × 20% = € 9.992,20. Het totale belastingbedrag is dan € 12.875,10 + € 9.992,20 = € 22.867,30.
Het gemiddelde belastingtarief wat je dan betaalt over je erfenis is dan € 22.867,30 / € 200.000 × 100% = 11,4%. Na het betalen van belasting houd je dus € 200.000 - € 22.867,30 = € 177.132,70 over van de erfenis.
Voorbeeld 2
Stel dat je kind overlijdt en je daardoor € 300.000 erft. Omdat je kind overlijdt, heb je als ouder recht op een vrijstelling van € 50.397. Het bedrag waarover je belasting betaalt is dan € 300.000 - € 50.397= € 249.603.
Over de eerste € 128.751 boven de vrijstelling betaal je 30% belasting. Dit komt neer op € 128.751 × 30% = € 38.625,30. Over het bedrag hierboven betaal je 40% belasting. Dit bedrag is € 249.603 - € 128.751 = € 120.852. Het belastingbedrag hierover is dan € 120.852 × 40% = € 48.340,80. Het totale belastingbedrag is dan € 38.625,30 + € 48.340,80 = € 86.966,10.
Het gemiddelde belastingtarief wat je dan betaalt over je erfenis is dan € 86.966,10 / € 300.000 × 100% = 29%. Na het betalen van belasting houd je dus € 300.000 - € 86,966,10 = € 213.033,90 over van de erfenis.
Voorbeeld 3
Stel dat je een partner en één kind hebt. Je besluit om in je testament te laten opnemen dat je partner en je kind beiden de helft van je opgespaarde geld erven. Als dit bedrag bij je overlijden € 500.000 is, erven zowel je partner als je kind € 250.000. Voor een partner geldt een vrijstelling van € 671.910.
Het geërfde bedrag van € 250.000 is lager dan deze vrijstelling. De partner betaalt dus geen belasting over deze erfenis. Het totale belastingbedrag is €0. Voor je kind geldt dat de vrijstelling € 21.812 is. Je kind betaalt dus over € 250.000 - € 21.812 = € 227.178 belasting.
Over de eerste € 128.751 moet 10% belasting worden betaald. Dit komt neer op € 128.751 × 10% = € 12.875,10. Over het bedrag boven deze € 128.751 moet 20% belasting worden betaald. Dit bedrag is € 227,178 - € 128.751 = € 98.427. Het belastingbedrag hierover is € 98.427 × 20% = € 19.685,40. Het totale belastingbedrag wat je kind betaalt is dan € 12.875,10 + € 19.685,40 = € 32.560,50.
Je kind houdt dus € 250.000 - € 32.560,50 = € 217.439,50 aan de erfenis over, terwijl je partner de volledige € 250.000 erft zonder daarover belasting te betalen.
Voorbeeld 4
Je hebt twee kleinkinderen en besluit om in je testament te laten opnemen dat kleinkind 1 bij je overlijden € 145.000 en kleinkind 2 € 185.000 krijgt. Beide kleinkinderen hebben recht op een vrijstelling van € 21.282.
Kleinkind 1 moet dus over € 145.000 - € 21.282 = € 123.718 belasting betalen. Omdat over het bedrag boven de vrijstelling tot € 128.751 18% belasting betaald moet worden, moet kleinkind 1 € 123.718 × 18% = € 22.269,24 aan belasting betalen. Het bedrag wat kleinkind 1 dan overhoudt aan deze erfenis is dan € 145.000 - € 22.269,24 = € 122.730,76. Het gemiddelde belastingtarief voor kleinkind 1 is € 22.269,24 / € 145.000 × 100% = 15,4%.
Kleinkind 2 moet boven de vrijstelling over € 185.000 - € 21.282 = € 163.718 belasting betalen. Over de eerste € 128.751 boven de vrijstelling moet 18% belasting betaald worden. Dit komt neer op € 128.751 × 18% = € 23.175,18. Over het bedrag dat meer dan € 128.751 boven de vrijstelling is moet 36% belasting betaald worden. Het overgebleven bedrag is € 163.718 - € 128.751 = € 34.967. Het belastingbedrag hierover is € 34.967 × 36% = € 12.588,12. Het totale belastingbedrag voor kind 2 wordt dan € 23.175,18 + € 12.588,12 = € 35.763,30. Kleinkind 2 houdt dan € 185.000 - € 35.763,30 = € 149.236,70 over aan deze erfenis. Het gemiddelde belastingtarief is € 35.763,20 / € 185.000 × 100% = 19,3%.
Video
In onderstaande uitlegvideo van Meester Patrick vind je nog meer uitleg over erven en het berekenen van erfbelasting: