Gratis verzending vanaf 30 euro
Binnen 2 werkdagen in huis
100.000+ leerlingen gingen je voor

Vrijhandel en specialisatie

Als je een product koopt is de kans groot dat dit uit het buitenland komt. Andersom worden ook veel producten die in Nederland worden gemaakt in het buitenland verkocht. Dit is mogelijk door vrijhandel. Vrijhandel is internationale handel zonder handelsbelemmeringen. Als er geen sprake is van protectionistische maatregelen kunnen landen gemakkelijk onderling producten met elkaar verhandelen. Hierdoor kunnen landen zich gaan specialiseren in bepaalde producten. Hieronder lees je meer over vrijhandel en specialisatie.

Vrijhandel en specialisatie

Wat zijn de voordelen van vrijhandel?

Voordelen vrijhandel

Als er sprake is van vrijhandel, kunnen landen vrij producten met elkaar verhandelen zonder dat daarbij sprake is van protectionistische maatregelen zoals importtarieven. Dit zijn speciale belastingen op geïmporteerde artikelen. Protectionistische maatregelen zorgen ervoor dat het lastiger wordt om te handelen met andere landen. Als er geen protectionistische maatregelen zijn tussen landen is er sprake van vrijhandel. Vaak neemt de welvaart in een gebied waar vrijhandel is toe. Een bekend gebied waar vrijhandel plaatsvindt, is de interne EU markt. Vrijhandel heeft een aantal voordelen:

  • Als er sprake is van vrijhandel kunnen verschillende landen zich specialiseren in de productie van bepaalde producten. Hierdoor zal de totale hoeveelheid geproduceerde producten stijgen. Doordat ieder land alleen produceert waar het goed in is zal de totale productie stijgen en kan ook de prijs van producten dalen. Zo zal het voor Nederland bijvoorbeeld goedkoper zijn om bijvoorbeeld elektronica of kleding uit andere landen te halen als die daar goedkoper gemaakt kunnen worden. Nederlandse producenten kunnen zich dan specialiseren in andere producten waarin zij een relatief kostenvoordeel hebben, om die vervolgens goedkoper te kunnen verkopen.
  • Als een bedrijf een relatief kostenvoordeel op een bepaald product heeft kan het een grotere omzet behalen als het dat product in meerdere landen kan verkopen. Stel je voor dat boeren in Nederland erg efficiënt melk kunnen produceren. Zij kunnen dan een hogere omzet behalen als zij die melk niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten kunnen verkopen. Als deze producenten een grotere afzetmarkt krijgen, kunnen zij gaan uitbreiden om gebruik te maken van schaalvoordelen. Om schaalvoordelen te krijgen gaan producenten op grotere schaal produceren, waardoor hun producten goedkoper worden. Voor een autofabrikant zal het bijvoorbeeld goedkoper zijn om auto’s te produceren in grote fabrieken dan om dit kleinschalig te doen. Als autofabrikanten een grote afzetmarkt hebben kunnen zij veel auto’s verkopen en uitbreiden om zo gebruik te maken van schaalvoordelen.
  • Door vrijhandel neemt de concurrentie tussen bedrijven toe, waardoor de prijs van producten zal dalen. Stel je voor dat een Nederlandse producent van meubilair moet gaan concurreren met een goedkopere concurrent uit Zweden. Om de afzet te behouden moet de Nederlandse producent efficiënter meubiliair gaan produceren, zodat het meubilair goedkoper verkocht kan worden. Voor de consument daalt zo de prijs van meubilair.

Wat zijn de nadelen van vrijhandel?

Nadelen vrijhandel

Vrijhandel heeft niet alleen maar voordelen. Er zijn verschillende nadelen die kunnen optreden als gevolg van vrije handel tussen landen:

  • Door vrijhandel kan een land sterk afhankelijk worden van andere landen voor de koop van bepaalde producten. Als een land afhankelijk wordt van andere landen voor de voorziening van essentiële producten zoals voedsel of energie kan dit een probleem worden. Nederland is voor energie bijvoorbeeld gedeeltelijk afhankelijk van de import van gas uit onder andere Rusland. Als deze import wegvalt heeft Nederland een energietekort.
  • Bedrijven in een land kunnen failliet gaan als zij niet kunnen concurreren met bedrijven uit andere landen. Ook kan buitenlandse concurrentie ervoor zorgen dat een land niet kan beginnen met de productie van bepaalde producten, omdat het hiervoor niet kan concurreren met andere landen. Stel je voor dat Nederland zelf auto’s wil gaan produceren. Door concurrentie uit onder andere Duitsland is het erg lastig voor Nederlandse autobedrijven om zelf auto’s te gaan maken.
  • Als producten uit het buitenland worden gehaald is het lastiger om kwaliteitseisen te stellen aan deze producten. Als Nederland besluit om gereedschap te importeren uit bijvoorbeeld China is het niet altijd mogelijk om te zeggen of deze voldoen aan de Nederlandse veiligheidseisen.

Als de nadelige effecten van vrijhandel erg groot zijn, kan een land besluiten om protectionistische maatregelen in te gaan voeren. Hierdoor wordt vrijhandel beperkt.

Wat is specialisatie?

Specialisatie

Voor landen is het produceren van bepaalde producten gemakkelijk en goedkoop, maar kan het produceren van andere producten ingewikkeld en duur zijn.  Nederland is bijvoorbeeld goed in het produceren van voedsel, maar minder goed in het produceren van auto’s. Voor Duitsland kan dit andersom zijn: Duitsland kan beter zijn in het produceren van auto’s dan in het produceren van voedsel. Als Duitsland beter is in het produceren van auto’s en Nederland beter is in het produceren van voedsel zou het handiger zijn als Duitsland zich gaat specialiseren in het maken van auto’s en Nederland in het produceren van voedsel. Als Duitsland en Nederland zich volledig zouden gaan specialiseren, zou Duitsland alleen nog maar auto’s produceren en Nederland alleen nog maar voedsel.

Hoe zijn comparatieve kostenverschillen?

Comparatieve kostenverschillen

In welke producten een land zich zal specialiseren hangt af van de comparatieve kostenverschillen tussen landen. Als het voor een land relatief goedkoper is om een bepaald product te produceren heeft dat land een comparatief kostenvoordeel ten opzichte van een ander land. Als het bijvoorbeeld voor Nederland goedkoper is om voedsel te produceren dan voor Duitsland, heeft Nederland een comparatief kostenvoordeel in de productie van voedsel ten opzichte van Duitsland.

Hieronder zie je een sterk gesimplificeerd voorbeeld dat de voordelen van specialisatie tussen landen laat zien. Stel je voor dat er in de wereld maar twee landen zijn: Nederland en de Verenigde Staten. Zij produceren samen twee producten: voedsel en auto’s. Voor de productie van voedsel en auto’s is alleen arbeid nodig. De andere productiefactoren zijn niet van belang.

Hieronder zie je een tabel met daarin de aantallen uren die het beide landen kost om voedsel en auto’s te produceren:

Aantal uren arbeid per eenheid product Voedsel Auto's

Nederland

50

100

Verenigde Staten

40

25

 

De Verenigde Staten kan zowel voedsel (40 uur werk in de Verenigde Staten vergeleken met 50 uur werk in Nederland) als auto’s (25 uur tegen 100 uur) goedkoper produceren dan Nederland. De Verenigde Staten heeft dan een absoluut kostenvoordeel in zowel voedsel als auto’s ten opzichte van Nederland, omdat de Verenigde Staten beide producten goedkoper kan produceren.

Het absolute kostenvoordeel is niet hetzelfde als een relatief kostenvoordeel. Voor de relatieve kostenverschillen is het van belang welk land in verhouding een product goedkoper kan produceren. Dit kun je berekenenen door te kijken naar de opofferingskosten die beide landen maken bij het produceren van voedsel of auto’s. De opofferingskosten van voedsel zijn de hoeveelheid auto’s die niet kunnen worden gemaakt als een land ervoor kiest om voedsel te produceren. In Nederland is 50 uur nodig om één eenheid voedsel te produceren. In die 50 uur had ook 50 / 100 = 0,5 auto gemaakt kunnen worden. De opofferingskosten van voedsel in Nederland zijn dan 0,5 auto. Andersom hadden in Nederland in de tijd dat één auto wordt gemaakt ook twee eenheden voedsel gemaakt kunnen worden. De opofferingskosten van auto’s zijn dan 2 eenheden voedsel.

Opofferingskosten Voedsel Auto's

Nederland

0,5 auto

2 voedsel

 

In de VS zijn de opofferingskosten anders. In de tijd dat daar één eenheid voedsel gemaakt kan worden kan ook 40 / 25 = 1,6 auto gemaakt worden. In de tijd dat één auto gemaakt wordt, kan ook 30 / 40 = 0,63 eenheid voedsel gemaakt worden.

Opofferingskosten Voedsel Auto's

Nederland

0,5

2

Verenigde Staten

1,6

0,63

 

De opofferingskosten van voedsel zijn in Nederland lager dan in de Verenigde Staten. Nederland heeft dan een relatief kostenvoordeel in de productie van voedsel ten opzichte van de Verenigde Staten. Andersom zijn de opofferingskosten van auto’s lager in de Verenigde Staten dan in Nederland. De Verenigde Staten heeft dan een relatief kostenvoordeel op auto’s ten opzichte van Nederland. Het relatieve kostenvoordeel laat dus zien of de productie van een product in een land in verhouding goedkoper is dan in een ander land.

Waarom specialisatie?

Waarom specialisatie?

In het voorbeeld hierboven heeft Nederland een relatief kostenvoordeel op voedsel en heeft de VS een relatief kostenvoordeel op auto’s. Als Nederland zich specialiseert in de productie van voedsel en de VS zich specialiseert in de productie van auto’s stijgt de totale productie van beide landen.

Voorbeeld

Stel je voor dat Nederland 20 miljoen uur aan arbeid te besteden heeft en de Verenigde Staten 10 miljoen uur. Als beide landen hun arbeid evenredig zouden verdelen, zou Nederland 10 miljoen uur besteden aan de productie van zowel voedsel als auto’s en zou in de Verenigde Staten 5 miljoen uur worden besteed aan de productie van voedsel en 5 miljoen uur aan de productie van auto’s. De totale productie van voedsel en auto’s is dan als volgt:

Totale productie Voedsel Auto's

Nederland

10.000.000 / 50 = 200.000 eenheden voedsel

10.000.000 / 100 = 100.000 auto’s

Verenigde Staten

5.000.000 / 40 = 125.000 eenheden voedsel

5.000.000 / 25 = 200.000 auto’s

Totaal

325.000 eenheden voedsel

300.000 auto’s

 

Als beide landen zich volledig zouden specialiseren, zou Nederland alleen nog maar voedsel produceren en zou de VS alleen nog maar auto’s produceren. De totale productie van voedsel en auto’s wordt dan als volgt:

Totale productie Voedsel Auto's

Nederland

20.000.000 / 50 = 400.000 eenheden voedsel

-

Verenigde Staten

-

10.000.000 / 25 = 400.000 auto’s

Totaal

400.000 eenheden voedsel

400.000 auto’s

 

Doordat beide landen zich specialiseren stijgt de totale productie van zowel voedsel (325.000 naar 400.000) als auto’s (300.000 naar 400.000).

Video

Wil je een samenvatting op video zien over het onderwerp vrijhandel? Kijk dan onderstaande video van Economie-Academy.

6 Items

Set Descending Direction
per pagina

Ontvang exclusieve tips in het examenjaar

Graag helpen we jou in het examenjaar richting je diploma!
Zit jij in je examenjaar en wil jij slagen? Schrijf je dan in voor:

Exclusieve tips
De geheimen van het eindexamen
Een template voor jouw leerplanning
Dat extra zetje in de rug

Ik ben
© 2024 ExamenOverzicht.nl