FIFO, LIFO en vaste verrekenprijs (VVP)
Hoeveel is de voorraad van een bedrijf waard? Dat hangt voor een groot deel af van de voorraadwaarderingsmethode die het bedrijf gebruikt. Zo kunnen bedrijven hun voorraad waarderen volgens FIFO, LIFO of de vaste verrekenprijs (VVP). Hoewel deze afkortingen lijken op twee slecht-gekopieerde voetbalgames of een nieuwe politieke partij, hebben ze daar niets mee te maken. Maar hoe werken FIFO, LIFO en de VVP dan? En wat zijn de verschillen? Dat lees je allemaal in dit artikel!

FIFO, LIFO en VVP: wat kies je wanneer?
Bij verschillende situaties passen verschillende voorraadwaarderingsmethodes. Bederfelijke producten en stijgende inkoopprijzen? Dan sluit FIFO goed aan. Niet-bederfelijke goederen en dalende inkoopprijzen? Dan is LIFO vaak gunstiger. Vooraf een voorraadwaarde vaststellen en minder administratieve lasten ontvangen? Dan is VVP een goede optie, maar er is wel een kans dat er achteraf een correctie nodig is. In dit artikel gaan we dieper in op FIFO, LIFO en VVP. Nu eerst even de basis: we leggen je uit wat voorraad is en waarom voorraadwaardering nodig is.
Wat is voorraad?

Voorraad zijn goederen die je verkoopt of verwerkt. Voorraden behoren tot de voorraadgrootheden, je meet de waarde namelijk op een specifiek moment. Verder is het handig om te weten wat het onderscheid is tussen de technische en economische voorraad, dus dat leggen we je hieronder uit.
Wat is het verschil tussen technische en economische voorraad?
De technische voorraad is de fysieke voorraad die aanwezig is.
Voor de technische voorraad maakt het niet uit wie de eigenaar is van de voorraad, zolang het maar aanwezig is bij het bedrijf. Stel, je bestelt 100 sneakers bij een webshop. Ze worden morgen geleverd, vandaag heb je nog nul extra sneakers. Ze vallen dus nog onder de technische voorraad van de webshop.
De economische voorraad is de voorraad waarover de onderneming juridisch eigenaar is.
Voor de economische voorraad maakt het niet uit of de goederen al geleverd zijn of niet. De 100 sneakers die morgen bij je worden geleverd, horen niet meer bij de economische voorraad van de webshop. Jij bent namelijk juridisch eigenaar, ook al zijn de sneakers nog onderweg.
Bij de economische voorraad loopt de onderneming een prijsrisico. Inkoopprijzen kunnen namelijk stijgen of dalen na aankoop. Je kunt de economische voorraad berekenen met de volgende formule:
- Economische voorraad = technische voorraad – voorverkopen + voorinkopen
Wat is voorraadwaardering?

Voorraadwaardering is het bepalen van de waarde van de voorraad. Dit is belangrijk, omdat de voorraad op de balans staat. Daarnaast komen de inkopen en verkopen van de voorraad op de resultatenrekening terecht.
Zodra inkoopprijzen variëren, bijvoorbeeld door inflatie of verschillende leveranciers, wordt het lastiger om de inkoopwaarde van de omzet of de brutowinst te berekenen. Daarom zijn er drie manieren om de waarde van de voorraad te bepalen: FIFO, LIFO en VVP. Als inkoopprijzen nooit zouden veranderen, dan leverde elke methode hetzelfde resultaat op en zijn ze allemaal even goed inzetbaar. Omdat prijzen in de praktijk wél variëren, verschilt de uitkomst per methode en dat zie je terug op de balans en resultatenrekening.
Een vierde manier die vaak terugkomt is de vervangingswaarde. Je kijkt dan naar wat het nu zou kosten om dezelfde voorraad opnieuw in te kopen. De andere methodes leggen we hieronder uit.
Hoe werkt FIFO?

Bij FIFO (first in, first out) verkoop je eerst de voorraad die als eerst is ingekocht. Dat zie je bijvoorbeeld in supermarkten bij het vakkenvullen: de producten die het langst liggen, worden als eerst verkocht. Bij het FIFO-systeem bereken je de brutowinst achteraf, omdat je pas achteraf weet wat je daadwerkelijk voor de verkochte producten hebt betaald.
Het FIFO-systeem wordt vaak gebruikt bij producten die snel kunnen bederven. Daarnaast wordt dit systeem ook vaak gebruikt door ondernemingen die producten inkopen met stijgende inkoopprijzen.
Voorbeeld
Stel, een supermarkt koopt een bloemkool in op 1 januari voor € 0,50, op 3 januari voor € 0,70, en op 5 januari voor € 0,80. De supermarkt verkoopt op 6 januari twee bloemkolen voor € 2,00 per stuk. De bloemkolen van 1 en 3 januari worden eerst verkocht en de bloemkool van 5 januari blijft op voorraad. Je kunt zien dat de FIFO-methode zorgt voor een hogere brutowinst en een hogere balansvoorraad. Kijk maar naar deze tabel:
| Datum | Inkoopprijs | Verkoopprijs | Brutowinst | |
|---|---|---|---|---|
1 januari | € 0,50 | € 2 | € 1,50 |
|
3 januari | € 0,70 | € 2 | € 1,30 |
|
5 januari | € 0,80 | - | - | eindvoorraad |
De totale brutowinst is € 2,80 en de eindvoorraad is € 0,80.
Hoe werkt LIFO?

LIFO (last in, first out) is het omgekeerde van FIFO: de voorraad die als laatst is ingekocht, wordt als eerst verkocht. Ook hier bereken je de brutowinst achteraf, zodra je weet wat je voor de verkochte producten hebt betaald.
LIFO zie je vooral terug bij goederen die niet bederven, denk aan bouwmaterialen die boven van de stapel worden gepakt. Ook is LIFO interessant bij dalende inkoopprijzen. Dit leggen we weer uit met een voorbeeld.
Voorbeeld
Stel, een woonwinkel koopt een tafel in op 1 januari voor € 100, op 1 maart voor € 90, en op 1 juli voor € 80. De winkel verkoopt twee tafels voor € 150 per stuk. De tafels van 1 maart en 1 juli worden verkocht en de tafel van 1 januari blijft op voorraad. Zo zien we dat de LIFO-methode in dit geval zorgt voor een hogere brutowinst en balansvoorraad. Dit kun je zien in de tabel.
| Datum | Inkoopprijs | Verkoopprijs | Brutowinst | |
|---|---|---|---|---|
1 januari | € 100 | - | - | eindvoorraad |
1 maart | € 90 | € 150 | € 60 |
|
1 juli | € 80 | € 150 | € 70 |
|
De totale brutowinst is € 130 en de eindvoorraad is € 100.
Video
Wil je meer weten over de VVP-methode? Check dan zeker deze uitlegvideo:
Hoe werkt de vaste verrekenprijs (VVP)?

De vaste verrekenprijs is een schatting van de gemiddelde inkoopprijs en de gemiddelde inkoopkosten. Bij inkoopkosten kun je denken aan bestelkosten, invoerkosten en transportkosten. De vaste verrekenprijs (VVP) wordt ook wel de verwachte gemiddelde inkoopprijs genoemd. Met de VVP kun je de (voorlopige) brutowinst al vooraf inschatten, omdat je met één prijs rekent en de inkoopprijzen dus niet hoeft af te wachten.
Het voordeel van de vaste verrekenprijs is dat het minder reken- en administratief werk oplevert dan de systemen van FIFO of LIFO. Je pakt bij de VVP namelijk één prijs en daarmee reken je de hele tijd.
Een nadeel van de vaste verrekenprijs is dat het een schatting is. Daardoor kan de VVP soms behoorlijk afwijken van de werkelijke inkoopprijzen. Als blijkt dat werkelijke inkoopprijzen ver onder of ver boven de VVP zitten, moeten bedrijven dat achteraf corrigeren.
In het schema hieronder zie je dat de brutowinst bij de vaste verrekenprijs gemakkelijk te berekenen is:
| Datum | VVP | Verkoopprijs | Brutowinst |
|---|---|---|---|
1 januari | € 90 | € 150 | € 60 |
1 maart | € 90 | € 150 | € 60 |
1 juli | € 90 | € 150 | € 60 |
Video
Wil je meer weten over de VVP-methode? Check dan zeker deze uitlegvideo:
Wat zijn de gevolgen van een voorraadwaardering?

De keuze voor FIFO, LIFO en VVP heeft invloed op de waarde van de voorraad op de balans, de kosten op de resultatenrekening en daarmee op financiële besluiten. Bij inflatie leidt FIFO vaak tot lagere inkoopkosten (de goedkope voorraad wordt als eerst verkocht) en dus hogere brutowinst en voorraadwaardering op de balans. BIj LIFO zijn er hogere inkoopkosten en een lagere voorraadwaarde bij inflatie (de duurdere voorraad wordt als eerst verkocht). Daarom is het zeer belangrijk om te bedenken welke methode het beste aansluit op een bepaalde situatie van een bepaalde onderneming.
Veelgestelde vragen
De technische voorraad is wat er fysiek in het magazijn ligt. De economische voorraad is waar jij juridisch eigenaar van bent, ook al is het nog niet geleverd.
Economische voorraad = technische voorraad - voorverkopen + voorinkopen.
Met de voorraadwaardering wordt de waarde van de voorraad bepaald. Zo komt de voorraad op de balans te staan en komen de inkopen en verkopen van de voorraad op de resultatenrekening terecht. Zonder de juiste balanswaarde en de inkoopwaarde zou de brutowinst niet kloppen.
FIFO staat voor first in, first out. Hierbij verkoop je als eerst de product die als eerst zijn ingekocht. Handig bij bederfelijke producten en bij stijgende inkoopprijzen.
LIFO staat voor last in, first out. Hierbij verkoop je als eerst de producten die als laatst zijn ingekocht. Dit past goed bij goederen die niet bederven en bij dalende inkoopprijzen.
De vaste verrekenprijs (VVP) is een schatting van de gemiddelde inkoopprijs en de gemiddelde inkoopkosten. Zo kun je de brutowinst vooraf inschatten en het levert minder administratief werk op. Een nadeel is dat het een schatting blijft, waardoor je bij prijsafwijkingen de brutowinst achteraf moet corrigeren.
Om te bepalen welke manier van voorraadwaardering passend is, kijk je naar de productsoort en de prijsontwikkelingen. Voor producten die snel bederven en bij stijgende inkoopprijzen is de FIFO-methode geschikt. De LIFO-methode is goed te gebruiken voor producten die niet snel bederven en bij dalende inkoopprijzen. Als je vooraf een schatting wilt maken van de brutowinst, is het gebruiken van de vaste verrekenprijs een goede optie.





