Endogene en exogene processen
Waarom kun je zoveel geisers vinden op IJsland? Waarom zitten er scheuren in muren waar klimop groeit? De aarde heeft een enorme verscheidenheid aan landschappen en natuurverschijnselen. Denk aan laagvlaktes, spitse hooggebergten, fjorden, vulkanisme en nog veel meer. Er zijn enorm veel dingen die ervoor zorgen dat landschappen er op een bepaalde manier uitzien. Er zijn verschillende krachten die het aardoppervlak vormen. Deze processen werken zowel van binnenuit als van buitenaf op de aarde in. Zowel endogene als exogene krachten zijn verantwoordelijk voor het ontstaan van enorm uiteenlopende landschapsvormen en natuurverschijnselen. In dit artikel lees je meer over endogene en exogene processen.
Wat zijn endogene processen?
Endogene processen worden aangedreven door krachten van binnenin de aarde. Endogene processen worden veroorzaakt door plaatbewegingen en convectiestromen, zoals hieronder is te zien.
De aardkern is enorm heet. Het is als het ware een hittebron. De asthenosfeer (tussen de aardkern en lithosfeer) warmt in de diepte op en krijgt een kleinere dichtheid (en wordt dus lichter) dan het gedeelte asthenosfeer dat dichter tegen het aardoppervlak aan ligt. Dit gebeurt omdat je steeds verder van de hittebron af komt. Vanuit de diepte welt de asthenosfeer op en duwt de lithosfeer (bevindt zich tussen de asthenosfeer en het oceaanwater) als het ware weg op de plaatgrenzen. Hierdoor wordt nieuwe lithosfeer gevormd: een oceanische rug. De rug (ridge) duwt (push) de al bestaande lithosfeer naar de zijkanten.
Oude lithosfeer is verder afgekoeld dan de nieuwe en krijgt een hogere dichtheid (en wordt dus zwaarder). Hier vindt subductie plaats. De subducerende lithosfeer wordt door een verschil in dichtheid de asthenosfeer in getrokken (slab pull). Denk aan een steen die in een glas water naar de bodem zakt omdat hij zwaarder is. Diep in de asthenosfeer vindt smelting plaats en het proces dat we juist behandeld hebben herhaalt zich. Het is belangrijk om de rol van mantelconvectie niet te onderschatten. Zonder convectie is er geen ridge push, omdat opwaartse convectie heet gesmolten steen naar de oppervlakte brengt.
Gevolgen
Endogene processen zoals hierboven beschreven leiden tot:
- Vulkaanvorming en vulkaanuitbarstingen.
- Vorming van plooiingsgebergten. Bij een convergente plaatbeweging wordt lithosfeer als een soort tafellaken samengedrukt.
- Het ontstaan van mid-oceanische ruggen. IJsland ligt op een divergente plaatgrens, op de mid-Atlantische rug. Hierdoor groeit IJsland nu nog steeds.
- Geiservorming. Om bij IJsland te blijven: de natuurlijke hete waterfonteinen genaamd geisers die daar zo bekend zijn, bestaan ook vanwege de ligging op een divergente breuk. De hitte van de opwellende asthenosfeer vlak onder het oppervlak zorgt voor kokende poelen water.
De laatste drie punten hebben veel te maken met platentektoniek.
Fun fact: je kunt op sommige plekken in IJsland een eitje koken door hem in de grond te leggen. Geloof je het niet? Kijk deze scene uit de Netflix serie Down to Earth met Zac Efron.
Wat zijn exogene processen?
Exogene processen vinden plaats door krachten die van buitenaf op het aardoppervlak inwerken. Ze worden veroorzaakt door bijvoorbeeld het weer of plantengroei op het oppervlak.
Een goed voorbeeld zijn gebergten. Je weet dat oudere gebergten vlakker en meer afgerond zijn dan jonge gebergten. Dit heeft te maken met de miljoenen jaren blootstelling aan weer en wind. Temperatuurschommelingen, klimaatverandering en transporterende krachten breken het landschap af, of bouwen het juist op van buitenaf.
Exogene processen zijn onder te verdelen in:
- Verwering
- Erosie
- Sedimentatie
Verwering is het afbreken of oplossen van gesteenten als gevolg van weersomstandigheden en/of plantengroei. Een klimop kan scheuren maken in een bakstenen muur doordat de kracht van de wortels van de plant het gesteente kapot trekt. Het afgebrokkelde gesteente als gevolg van verwering wordt ook wel verweringsmateriaal genoemd.
Een voorbeeld van hoe het weer of klimaat gesteente kan afbreken is mechanische (fysische) verwering. Gesteente kan daarbij onderhevig zijn aan grote temperatuurschommeling, waarbij er inkrimping en uitzetting plaatsvindt. Denk aan hoeveel strakker je schoenen zitten nadat je in de zomer hebt gesport, omdat je voeten warm en opgezwollen zijn.
Erosie is het verder afbreken van gesteente door een transporterende kracht geladen met verweringsmateriaal. De wind kan in een woestijn bijvoorbeeld zandkorrels tegen gesteenten aanslaan. Als dit maar lang genoeg gebeurt, zie je op gegeven moment slijtage op het gesteente. Je kunt het vergelijken met schuurpapier waarmee je een raamkozijn glad slijt.
Sedimentatie is de ophoping van al dat materiaal (sediment) als het uiteindelijk ergens terecht is gekomen. Enorme delen van landschappen zijn opgebouwd uit laagpakketten van sediment. Maar sediment kan ook problematisch zijn. Denk hierbij aan verzilting als gevolg van de indamping van zout en mineralen uit overtollig irrigatiewater. Daardoor wordt de bodem onbruikbaar voor landbouwactiviteiten.
Video
Wil je de uitleg over endogene en exogene processen ook nog eens op video zien? Check dan onderstaande uitlegvideo: