Gratis verzending vanaf 30 euro
Binnen 2 werkdagen in huis
100.000+ leerlingen gingen je voor

De East India Company (EIC)

Rond dezelfde tijd als de oprichting van de VOC in de Republiek der Verenigde Nederlanden, ontstond in Groot-Brittannië de tegenhanger van deze handelscompagnie: de East India Company (EIC). De EIC zou ruim twee eeuwen bestaan en werd één van de machtigste commerciële ondernemingen in die tijd. Hoe is deze machtige onderneming ontstaan en wat hebben zij in die twee eeuwen allemaal teweeggebracht? Je leest het in dit artikel over de East India Company.

East India Company

Het ontstaan van de East India Company

Het ontstaan van de East India Company

In de 16e eeuw waren Spanje en Portugal de koplopers in het handeldrijven in Azië. Tussen Engeland en Azië vond er toen nog geen directe handel plaats. Wel werden er ontdekkingsreizen georganiseerd, om op zoek te gaan naar nieuwe overzeese gebieden. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog lukte het Engeland in 1588 om de Spaanse Armada, de grote vloot van de Spanjaarden, te verslaan. Voor de Nederlanden betekende dit goed nieuws, want hierdoor was het Spaanse rijk verzwakt. Maar ook voor de Engelsen was deze gebeurtenis van groot belang. Het gaf ze namelijk het vertrouwen om het handelsmonopolie van Spanje en Portugal op de handel in Oost-Indië uit te dagen.

De Nederlandse Republiek was het intussen al gelukt om een grote hoeveelheid specerijen uit Azië naar Europa te halen en tegen hoge prijzen te verkopen. Om niet achter te raken op de Nederlanden, besloot de regering van Groot-Brittannië op 31 december 1600 een handelscompagnie op te richten. De East India Company (EIC), ook wel bekend als de ‘John Company’, werd in feite opgericht door een groep van ruim 200 zakenlieden. Zij kregen de volmacht, oftewel het handelsmonopolie, voor de handel met alle landen ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan in Zuid-Amerika. Nadat de Spaans-Engelse oorlog werd beëindigd met het Verdrag van Londen in 1604, kon Groot-Brittannië zich meer focussen op het uitbouwen van de East India Company.

De bezigheden van de East India Company

De bezigheden van de East India Company

De eerste missie van de East India Company voer naar de Indonesische archipel, om daar specerijen te halen en ze met winst in Europa te verkopen. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was de East India Company (EIC) echter voor in het stichten van factorijen (handelsposten aan de kust), waardoor de EIC er niet in slaagde om een vaste vestigingsplaats te bemachtigen in Indië. De Britten waren hierdoor vaak betrokken bij vijandigheden met de Nederlandse handelaren. Na de Ambonse Moord in 1623, besloten de Britten zich terug te trekken uit de handelsposten in de Molukken die zij met de VOC deelden. Vanaf andere havens in de Indonesische archipel dreven de Engelsen wel nog lange tijd winstgevend handel. Pas na 1684, toen de peperhaven op Java in handen kwam van de VOC, verschoof het zwaartepunt van de EIC naar India. De East India Company verhandelde daarna namelijk vooral Indiase producten, zoals zijde en katoen. Deze producten kochten de Engelsen met het goud en het zilver dat ze uit de kolonies in Amerika haalden. Het katoen werd vervolgens ook weer, tegen hoge prijzen, doorverkocht in Europa. Verder werd het goud en zilver gebruikt om slaven te kopen in Afrika, die weer naar Oost-Azië werden vervoerd. Op deze manier hield de EIC zich ook bezig met de wereldwijde slavenhandel (de transatlantische slavenhandel).

In aanvulling op het handelsmonopolie, kreeg de East India Company ook politieke rechten. Zo mocht de compagnie de overzeese gebieden zelf gaan besturen, mocht ze soldaten in dienst nemen en verdragen sluiten met lokale machthebbers. Deze politieke rechten zorgden ervoor dat de East India Company steeds meer macht kreeg in haar overzeese gebieden.

De groeiende macht van de EIC in India

De groeiende macht van de East India Company

De East India Company breidde haar invloed in India vanaf de 17e eeuw uit en werd al snel machtiger dan de Portugese concurrentie in het land. Het lukte de Britten om verdragen te sluiten met de Mogolvorsten in India, waardoor ze een handelsmonopolie in het gebied kregen. Zo begon de East India Company diverse grote factorijen te stichten, zoals in Madras, Bombay en Calcutta.

De Mogolvorsten verloren geleidelijk hun macht over het rijk, doordat lokale machthebbers hun eigen gang gingen en zelf verdragen sloten. De East India Company maakte hier gebruik van door meer geweld te gebruiken en gebieden in te nemen. Zo veroverden de Britten meer politieke macht in India, die vervolgens werd gebruikt om de eigen handel te bevorderen. In 1765 lukte het de East India Company zelfs om de Mogolvorst te dwingen het Verdrag van Allahabad te ondertekenen. In dit verdrag stond dat de belasting die werd geïnd in gebieden die door de Britten waren veroverd, niet aan de Mogolvorst maar aan de East India Company betaald zou worden. Dit gaf de Britten niet alleen immense belastinginkomsten, maar ook de macht in de Bengalen. Hierna volgde de grote Bengaalse Hongersnood, deels veroorzaakt door het uitbuitende belastingbeleid van de East India Company, die de dood van bijna een derde van de bevolking tot gevolg had.

Wil je nog meer weten over hoe de East India Company uitgroeide tot een grote inkomstenbron van het Britse Rijk? Kijk dan onderstaande video van JORTgeschiedenis:

 

De theehandel in India

De theehandel van de EIC in India

De Bengaalse Hongernood maakte duidelijk dat de East India Company het grote rijk, inmiddels bestaande uit een vijfde deel van de toenmalige wereldbevolking, steeds minder goed kon besturen. In 1784 werd daarom de India Act doorgevoerd, waardoor de compagnie onder sterke regeringscontrole van Groot-Brittannië kwam te staan. Tegelijkertijd werd het Britse Rijk afhankelijker van inkomstenbronnen uit India. Doordat de Amerikaanse koloniën tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog in 1776 onafhankelijk werden, verloren de Britten namelijk een belangrijke inkomstenbron en waren ze nog meer aangewezen op het geld dat ze in India konden verdienen. Intussen groeide in de 18e eeuw de vraag naar Chinese thee in Europa. Voor de East India Company kon het dus erg winstgevend zijn om thee uit China te halen en in Europa tegen hoge prijzen te verkopen. De Chinezen wilden echter alleen hun thee verhandelen voor zilver. Groot-Brittannië had in die tijd echter een goudstandaard en moest daarom zilver importeren vanuit Europa, wat teveel zou gaan kosten. De East India Company besloot daarom om het anders aan te pakken en ging op grote schaal opium produceren in India. Deze opium werd verkocht aan handelaren die het naar China smokkelden en daar weer verkochten. Met het geld dat de East India Company hiermee verdiende, konden ze alsnog de Chinese thee inkopen. Dit was echter in strijd met de Chinese wet en dus was het illegale handel. Uiteindelijk besloten de Chinezen in 1839 dat de hele opium-voorraad aan de Chinese regering moest worden gegeven, die het zou vernietigen. Dit leidde tot de Opiumoorlogen. Om het Chinese monopolie op thee te verbreken probeerden de Britten hierna ook, met behulp van Chinese zaden en technieken, commerciële theeplantages in India aan te leggen. Dit maakte India één van de grootste producenten van thee tot op de dag van vandaag.

Einde van de East India Company

Het einde van de East India Company

Naast dat de East India Company zich bezighield met de Opiumoorlogen moest zij zich ook richten op de groeiende protesten in de Indiase gebieden. Er waren namelijk rebellen, die voornamelijk uit de Indiase troepen binnen het leger van de East India Company kwamen. Ze doodden veel Britse soldaten, maar ook veel burgers die loyaal waren aan de East India Company. Als reactie hierop vermoordde de Britse compagnie duizenden protestanten. Dit wordt ook wel de Indiase Opstand van 1857 genoemd, die nog voortduurde tot juni 1858. Deze bloedige gebeurtenis zorgde ervoor dat de East India Company direct werd opgeheven. In 1813 was de EIC haar handelsmonopolie in India al kwijtgeraakt, maar nu kwamen ook alle andere administratieve functies en het leger van de compagnie in handen van de Britse regering. India was hierna echter nog steeds geen vrij land, maar een formele kroonkolonie, met het Britse staatshoofd (in die tijd koningin Victoria) als keizerin. Het Britse bestuur ging het hele Indiase gebied juist sterker controleren en bestuurde het tot de onafhankelijkheid van India in 1947.

Wil je meer weten over het Britse bestuur in India en de oorzaken van de Indiase Opstand? Kijk dan onderstaande video van JORTgeschiedenis.

6 Items

Set Descending Direction
per pagina

Ontvang exclusieve tips in het examenjaar

Graag helpen we jou in het examenjaar richting je diploma!
Zit jij in je examenjaar en wil jij slagen? Schrijf je dan in voor:

Exclusieve tips
De geheimen van het eindexamen
Een template voor jouw leerplanning
Dat extra zetje in de rug

Ik ben
© 2024 ExamenOverzicht.nl