Gratis verzending vanaf 30 euro
Digitaal te lezen in de app
Was het nou der Auto of das Auto? Het blijft lastig! Het maakt niet uit of je pas net begint met Duits of dat je de taal al goed kent. De keuze maken tussen der, die en das blijft één van de moeilijkste onderdelen van de Duitse taal. In dit artikel leggen we je de belangrijkste regels voor het bepalen van het juiste lidwoord uit.
Der, die en das zijn Duitse lidwoorden die gekoppeld zijn aan een geslacht. Ieder zelfstandig naamwoord heeft in Duitsland namelijk een eigen geslacht. Bij mannelijke woorden is het lidwoord der, bij vrouwelijke woorden die en bij onzijdige woorden das.
De meeste Duitse woorden zijn vrouwelijk. Het zijn er bijna evenveel als alle mannelijke en onzijdige woorden samen.
Om te bepalen of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is kun je op de volgende punten letten:
Het lidwoord der gebruik je bij woorden van het mannelijk geslacht. Het geslacht van een woord kun je onder andere herkennen aan de betekenis en aan de uitgang van het woord. Echter, soms is er sprake van een uitzondering.
1. De eerste groep bevat woorden die vanwege het biologische geslacht altijd mannelijk zijn:
2. De tweede groep woorden heeft te maken met tijd. Let daarbij wel op een paar vaste uitzonderingen:
Een belangrijke uitzondering hierop is het woord ‘voorjaar’. In het Duits is het das Frühjahr en is het onzijdig. Het is namelijk een samengesteld woord waarvan de uitgang het woord ‘Jahr’ is. Omdat het das Jahr is, is het ook das Frühjahr.
3. De derde groep woorden heeft te maken met natuurverschijnselen. Ook hier zijn er een aantal uitzonderingen:
4. De vierde groep woorden heeft te maken met eten en drinken:
5. De vijfde groep woorden is een restpartij. Deze woorden vallen namelijk niet onder één noemer:
Naast de betekenis geeft ook de uitgang van een woord aan of het geslacht mannelijk is. Zo is bijvoorbeeld de uitgang -ismus altijd mannelijk en is het dus ook der Sozialismus of der Idealismus. Dat gedeelte van een woord noemen we ook wel het achtervoegsel of suffix.
In onderstaande tabel staan de bekendste voorbeelden van uitgangen die aangeven dat het lidwoord der is. Let wel op de uitzonderingen.
Uitgang | Voorbeeld | Toevoeging |
---|---|---|
-ling | der Liebling, der Schmetterling en der Lehrling | Vaak gaat het hier om omschrijvingen van personen of dieren. Het lidwoord is altijd mannelijk, ook als het om een vrouwelijk persoon gaat. Verder is het belangrijk te weten dat hele werkwoorden uit het Engels met uitgang -ing onzijdig zijn: das Marketing en das Recycling. |
-ismus | der Kapitalismus, der Hinduismus en der Mechanismus | Dit zijn vaak woorden die uit een andere taal komen dan Duits. Ze zijn dan ook in vele talen ongeveer hetzelfde. Denk maar aan de Nederlandse en Engelse vertalingen van bovenstaande woorden. |
-ich, -ig en -eig | der Teppich, der Deich, der Honig, der Käfig, der Zweig en der Steig... | - |
-ast | der Ballast, der Kontrast en der Palast | Uitzondering: die Last |
-ent | der Advent, der Akzent en der Cent | Twee uitzonderingen: das Prozent en das Talent. Let op: leenwoorden uit een andere taal die eindigen op -ment zijn onzijdig. |
-er | der Computer, der Fehler en der Teller | Ongeveer 80% van de Duitse woorden die op -er eindigen zijn mannelijk. Er zijn dus uitzonderingen! Bekende voorbeelden voor onzijdige woorden zijn: das Abenteuer en das Zimmer. Voor vrouwelijke woorden: die Mauer en die Nummer. |
-or | der Humor, der Katalysator en der Terror | Uitzondering: das Labor |
-tz | der Platz, der Schatz en der Witz | Twee uitzonderingen: das Gesetz (de wet) en das Netz. |
Het lidwoord die gebruik je bij woorden van het vrouwelijk geslacht. In de Duitse taal is bijna de helft van alle zelfstandige naamwoorden vrouwelijk.
1. De eerste groep bestaat uit personen die vanwege het biologische geslacht vrouwelijk zijn:
2. De tweede groep woorden heeft te maken met geografie:
Let op: de namen van landen en regio’s gebruik je in het Duits altijd met lidwoord. In het Nederlands kun je wel zeggen: “We vliegen naar Turkije” (geen lidwoord). In het Duits is het: “Wir fliegen in die Türkei”.
3. De derde groep valt onder de natuur:
4. De vierde groep is een restgroep. Er bestaan weinig uitzonderingen en ze zijn duidelijk herkenbaar in een zin of tekst:
In de onderstaande tabel staan verschillende uitgangen die ervoor zorgen dat het woord vrouwelijk wordt en dus met die geschreven wordt. In deze tabel komen nauwelijks uitzonderingen voor.
Uitgang | Voorbeeld | Toevoeging |
---|---|---|
-ei | die Malerei, die Bäckerei en die Detektei | - |
-falt | die Vielfalt, die Sorgfalt en die Einfalt | - |
-heit en -keit | die Freiheit, die Einheit, die Ewigkeit en die Fähigkeit | - |
-in | die Schülerin, die Bäckerin en die Elefantin | De regel is dat naamwoorden die op -in eindigen alleen vrouwelijk zijn als de meervoudsvorm met -nen wordt gevormd. Daarom heb je bijvoorbeeld wel das Benzin en das Bulletin. |
-kunft | die Zukunft, die Herkunft en die Ankunft | - |
-schaft | die Mannschaft, die Wissenschaft en die Freundschaft | - |
-sicht | die Aussicht en die Absicht | Het gaat hierbij om samengestelde woorden met -sicht als uitgang. Een belangrijke uitzondering is daarom ook das Gesicht. Dat is geen samengesteld woord. |
-ung | die Warnung, die Enthaarung en die Übung | Uitzonderingen hierop zijn: der Dung (mest), der Schwung (schwingen) en der Sprung (springen). |
Je kunt ervan uitgaan dat alle woorden die eindigen op -ei, -falt, -heit, -keit, -in, -kunft, -schaft, -sicht en -ung vrouwelijk zijn en die als lidwoord hebben.
In 80% van de gevallen zijn de woorden die op -e eindigen vrouwelijk. Hieronder wordt duidelijk hoe je deze grote groep vrouwelijke -e woorden kunt onderscheiden van de mannelijke en onzijdige -e woorden.
Bij de groep vrouwelijke woorden die op -e eindigen, vallen er twee dingen op:
Onderstaande tabel licht dit verder toe met voorbeelden:
Uitgang | Voorbeeld | Toevoeging |
---|---|---|
-ade en -age | die Hitparade, die Marmelade, die Garage en die Spionage | - |
-erie, -esse en -ette | die Maschinerie, die Materie, die Serie, die Adresse, die Rafinesse, die Presse, die Kassette, die Toilette en die Zigarette | Uitzondering: das Interesse |
-euse/-öse | die Friseuse/Frisöse, die Schleuse (de sluis) en die Fritteuse | Uitzondering: das Getöse (het gebonk) |
-ie | die Akademie, die Energie en die Philosophie | Uitzonderingen: das Genie en das Knie – hier is opnieuw de regel van toepassing: meervoudsvorm eindigt niet op -n? Dan geen vrouwelijk woord. |
-isse en -ive | die Kulisse, die Prämisse, die Alternative en die Initiative | - |
-ose | die Aprikose, die Diagnose en die Prognose | - |
-t | die Fahrt, die Tat en die Arbeit | Het gaat hierbij om zelfstandige naamwoorden die zijn afgeleid van werkwoorden. Voorbeelden hiervan zijn: die Fahrt, dat komt van het werkwoord fahren. |
-üre | die Broschüre, die Konfitüre en die Lektüre | - |
Het lidwoord das gebruik je bij woorden die als onzijdig worden beschouwd. De belangrijkste regel voor dit geslacht is dat veel van deze woorden in het Nederlands het als lidwoord hebben. Voorbeelden hiervan zijn das Haus en das Pferd. Deze regel geldt met name voor woorden die verwijzen naar concrete dingen, zaken of personen en welke veel lijken op de Nederlandse vertaling. Er zijn wel een aantal uitzonderingen op deze regel. Deze uitzonderingen komen hieronder ook aan bod.
De eerste groepen met woorden zijn vanwege hun betekenis onzijdig:
1. De eerste groep bevat kinderen en jonge dieren:
2. De tweede groep woorden heeft te maken met landen, steden, eilanden en continenten:
Meestal gebruik je deze namen zonder lidwoord (bijvoorbeeld: Ich lebe in Deutschland, in Hamburg, auf Mallorca). Wanneer je een bijvoeglijk naamwoord gebruikt, duikt er meestal ook een lidwoord op.
3. De derde groep woorden heeft met natuur- en scheikunde te maken:
4. De vierde groep woorden heeft met schrijven en rekenen te maken:
5. De vijfde groep bevat woorden die afgeleid zijn van hele werkwoorden (het infinitief) of van bijvoeglijke naamwoorden:
Je kunt onzijdige woorden ook herkennen aan de uitgang. In de tabel hieronder kennen de eerste vier uitgangen weinig tot geen uitzonderingen. De andere uitgangen komen voornamelijk voor bij leenwoorden uit een andere taal dan Duits en kennen meerdere uitzonderingen:
Uitgang | Voorbeeld | Toevoeging |
---|---|---|
-chen | das Mädchen, das Kaninchen en das Brötchen | Er zijn woorden die op -chen eindigen, maar die niet onzijdig zijn. Dat zijn dan geen verkleinwoorden: der Kuchen en der Knochen (het bot). |
-lein | das Buchlein (het boekje), das Fräulein (de jongedame) en das Schäflein (het schaapje) | Bij zowel -chen als -lein gaat het om verkleinwoorden. In het Nederlands gebruik je dan meestal de uitgang -je. Bijvoorbeeld bij ‘boekje’ of ‘meisje’ of ‘konijntje’. |
-tum | das Eigentum en das Christentum | Uitzonderingen: der Reichtum en der Irrtum. |
-nis | das Ergebnis (de uitslag) en das Zeugnis (het rapport) | Uitzonderingen: die Erlaubnis (de toestemming) en die Wildnis. |
-um, -ium en -eum | das Publikum, das Forum, das Museum, Das Koloseum, das Stadium en das Gymnasium | Bij deze groep gaat het meestal om woorden die een Latijnse oorsprong hebben. Uitzondering: der Konsum. |
-ma | das Drama, das Klima en das Dilemma | Uitzondering: die Firma |
-ment | das Instrument en das Parlament | Uitzonderingen: der Konsument (sprake van mannelijk persoon) en der Zement (het cement). |
-ial | das Material en das Potenzial | - |
-ing | das Training en das Babysitting | Bij de uitgang -ing gaat het om leenwoorden uit het Engels. Je gebruikt hier dus het lidwoord das. |
-Ge- + -e | das Gebäude en das Gemälde (het schilderij) | Bij deze groep gaat het met om woorden die met Ge- beginnen en op een -e eindigen. Deze woorden zijn meestal ook onzijdig. Een belangrijke uitzondering is der Gedanke. Dat woord is mannelijk. |
De laatste groep bevat onzijdige woorden die van werkwoorden afstammen. Het gaat hierbij om het zelfstandige naamwoord van hele werkwoorden (het infinitief) en om zelfstandige naamwoorden die zijn afgeleid van bijvoeglijke naamwoorden.
Naast zelfstandige naamwoorden van Engelse afkomst die op -ing eindigen, zijn zelfstandige naamwoorden die van hele Duitse werkwoorden zijn afgeleid ook onzijdig. Een overzicht van deze woorden staat in de tabel hieronder:
Zelfstandig naamwoord | Vertaling |
---|---|
das Angeln | het vissen |
das Autofahren | het autorijden |
das Ansehen | het aanzien |
das Denken | het denken |
das Einkommen | het inkomen |
das Erdbeben | de aardbeving |
das Essen | het eten |
das Fallschirmspringen | het parachutespringen |
das Fernsehen | de televisie |
das Lächeln | de glimlach |
das Leben | het leven |
das Leiden | het lijden |
das Rennen | de race |
das Schreiben | het schrijven |
das Schweigen | het zwijgen |
das Verfahren | het proces, de werkwijze |
das Versprechen | de belofte |
das Wandern | het wandelen |
das Zittern | het bibberen |
Alle zelfstandige naamwoorden die afstammen van bijvoeglijke naamwoorden zijn ook onzijdig:
Zelfstandig naamwoord | Vertaling |
---|---|
das Besondere | het bijzondere |
das Beste | het beste |
das Böse | het kwaad |
das Gute | het goede |
das Schöne | het mooie |
das Wichtige | het belangrijke |
Let op: wanneer een zelfstandig naamwoord verwijst naar een persoon, dan gebruik je natuurlijk der/die.
Wil je alles nog even rustig terugkijken? Kijk dan deze uitlegvideo!
Daarnaast kun je nog handige oefeningen vinden op: Easy-Deutsch, Deutsch-Perfekt en der-artikel.de.