Gratis verzending vanaf 30 euro
Binnen 2 werkdagen in huis
100.000+ leerlingen gingen je voor

Umlaut: alles wat jij moet weten

Het zal je vast wel eens zijn opgevallen tijdens het lezen van een Duitse tekst: die puntjes op de Ä, Ö of Ü. In de Duitse taal wordt de umlaut veelvuldig gebruikt en deze puntjes staan er dan ook niet zomaar. In de Nederlandse taal kennen we de umlaut echter niet. Daarom leggen we je in dit artikel precies uit waar de umlaut in het Duits precies voor wordt gebruikt.

Umlaut

Wat is een umlaut?

Wat is een umlaut?

Een umlaut is een normale klinker waarvan de uitspraak in de loop der jaren is veranderd. De letterlijke vertaling van het woord 'umlaut' is dan ook 'omklank', ofwel klankverandering. In Duitsland zijn er vijf verschillende normale klinkers: A, O, U, I en E.

De umlaut is nauw verwant aan deze oerklinkers. Je schrijft hem dan ook bijna hetzelfde. Het enige verschil is de twee puntjes die boven de reguliere klinker komen te staan. De umlaut van de klinker a schrijf je daardoor als ä.

In de Nederlandse grammatica worden deze puntjes als trema gebruikt. Vaak geeft een trema het begin aan van een nieuwe lettergreep. Denk hierbij aan woorden als geërgerd en financiën. Wanneer er woorden uit een andere taal worden overgenomen, wordt een trema echter gebruikt om de uitspraak van de klinker weer te geven. Voorbeelden hiervan zijn woorden als föhn en hüttenkäse.

Welke umlauten zijn er in het Duits?

Welke umlauten zijn er?

In de Duitse taal zijn er drie verschillende soorten umlauten:

  • Ä - ä
  • Ö - ö
  • Ü - ü

Deze umlauten zijn met de tijd ontstaan vanuit de klinkers a, o en u. Door middel van de umlaut zijn deze klinkers in bepaalde woorden gemakkelijker uit te spreken dan wanneer er enkel normale klinkers worden gebruikt.

Zo werd het Duitse woord Kräftig vroeger geschreven en uitgesproken als Kraftig. Deze versie zonder umlaut is in dit geval moeilijker uit te spreken dan de versie mét umlaut (Krehftig).

In het woord Kraftig volgt de i namelijk op de a. Dit zorgt ervoor dat je meer met je mond moet bewegen dan wanneer de i op de ä (umlaut) volgt. Je kunt dan ook zeggen dat de klank van de ä dichter bij de klank van de i ligt. Om deze reden zijn er meer woorden die met een umlaut worden geschreven. Denk aan prächtig, köstlich en günstig.

Er zijn in de Duitse taal ook woorden waar er na een umlaut geen i volgt. Een voorbeeld hiervan is de meervoudsvorm van gans, namelijk Gänse. De reden hiervan dateert uit de periode van de zesde eeuw tot ongeveer het jaar 1050. In deze periode werd er Oudhoogduits gesproken en toen werd er nog gebruikgemaakt van een i in de meervoudsvorm: Gansi. Naarmate de tijd vorderde is dit veranderd naar Gänsi en daarna naar Gänse.

Andere vormen van de umlaut

Andere vormen van de umlaut

In sommige gevallen gebruik je in de Duitse taal geen puntjes als umlaut, maar maak je gebruik van een klinkercombinatie. Deze tweeklank wordt in het Duits een Zwielaut genoemd. Dit is handig wanneer je bijvoorbeeld een zakelijke e-mail wilt versturen en je het e-mailadres wilt invullen. Je kunt dan geen gebruikmaken van speciale tekens, zoals de puntjes van de umlaut. In deze gevallen schrijf je de ä als ae, de ö als oe en de ü als ue. Een persoon die Müller als achternaam heeft, zal in het e-mailadres daardoor als Mueller worden benaderd.

Hoe spreek je een umlaut uit?

Hoe spreek je een umlaut uit?

De uitspraak van een umlaut verschilt met die van een normale klinker. In de tabel hieronder zie je een handig overzicht van de uitspraak per umlaut en een aantal voorbeeldwoorden die erbij horen:

Umlaut Voorbeeld Uitspraak
ä Sängerin, ähnlich en ätzen Spreek je uit als 'eh' of als een korte 'e'.
ö Köln, möglich en nervös Spreek je uit als 'eu'.
ü Überraschung, früh en fühlen Spreek je uit als 'uu' of als een 'lange u'

 

Video

Wil je meer weten over hoe je een umlaut uitspreekt? Bekijk dan deze video:

Wanneer gebruik je een umlaut?

Wanneer gebruik je een umlaut?

Een umlaut gebruik je meestal in de meervoudsvorm van een bepaald woord. Hieronder hebben we een aantal voorbeelden van deze meervoudsvormen op een rijtje gezet:

  • Gans (Gänze)
  • Wort (Wörter)
  • Mund (Münder)
  • Angst (Ängste)
  • Turm (Türme)

Naast meervoudsvormen wordt er in Duitsland ook gebruikgemaakt van een umlaut bij verkleinwoorden. Hiervan hebben we ook een paar voorbeelden neergezet:

  • Hund (Hündchen)
  • Tasse (Tässchen)
  • Koffer (Köfferchen)

Verder gebruik je de umlaut bij werkwoorden uit de Konjunktiv II (wanneer je iets beleefd wilt vragen of zeggen):

  • müssten
  • möchten
  • würden
  • wären
  • dürften

Tot slot komt de umlaut bij sommige woorden voor in de basisvorm van het woord. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Kostüm
  • Schönheit
  • Kühlschrank
  • Käfer
  • Öl
  • häkeln

6 Items

Set Descending Direction
per pagina

Ontvang exclusieve tips in het examenjaar

Graag helpen we jou in het examenjaar richting je diploma!
Zit jij in je examenjaar en wil jij slagen? Schrijf je dan in voor:

Exclusieve tips
De geheimen van het eindexamen
Een template voor jouw leerplanning
Dat extra zetje in de rug

Ik ben
© 2024 ExamenOverzicht.nl