Gratis verzending vanaf 30 euro
Digitaal te lezen in de app
Je hebt misschien wel eens gehoord van alliteraties. Maar wat is een alliteratie eigenlijk? In dit artikel lees je alles wat je moet weten.
Een alliteratie is vorm van rijm waarbij er gebruik wordt gemaakt van dezelfde beginletter. Je kunt spreken van een alliteratie wanneer de eerste letters in verschillende, beklemtoonde lettergrepen hetzelfde zijn, zoals in ‘kant en klaar’ en ‘bezige bij’. Een alliteratie wordt ook wel beginrijn, stafrijm of letterrijm genoemd. ‘Staf’ betekent namelijk ‘letter’. Een bekend voorbeeld van een alliteratie is:
Líesje léerde Lótje lópen lángs de lánge Líndelaan
(de beklemtoonde lettergrepen hebben we duidelijk gemaakt met de accenttekens)
Let op: je hebt nog niet meteen een alliteratie te pakken wanneer twee woorden met dezelfde letter beginnen. De klemtoon speelt ook mee. Donald Duck is dus wel een alliteratie, maar Guus Geluk niet.
De betreffende woorden in een alliteratie staan vaak dicht naast elkaar, maar dit is geen strikte eis. Ook kan binnen een woord sprake zijn van alliteratie, zoals in samenstellingen als 'Mediamarkt' en ‘muismat’.
Schrijvers gebruiken alliteraties om verschillende redenen. In gedichten of in liedteksten kan herhaling van tonen zorgen voor een muzikaal, ritmisch of vloeiend effect. Ook in reclameslogans en merknamen wordt veel gebruikgemaakt van alliteraties. Door de herhaling van klanken, onthoud je de boodschap beter en een marketeer wil natuurlijk dat jij zijn boodschap niet vergeet. Hetzelfde geldt voor slogans van politieke partijen. Een alliteratie op een campagne-affiche blijft goed in je hoofd hangen.
Voorbeelden in de reclamewereld:
Voorbeelden van alliteraties in bedrijfsnamen:
Alliteraties zijn ook populair in de wereld van stripfiguren. Voorbeelden:
Ook in alledaagse uitdrukkingen kom je alliteraties tegen:
Het woord droomdorp is een voorbeeld van een alliteratie binnen één woord.
Als stijlfiguur kom je alliteraties tegen in veel gedichten, bijvoorbeeld in het gedicht ‘Zoet’ van Toon Hermans.
Als ‘t leven altijd zoet is
er nooit eens tegenspoed is
dan word je àl dat zoete moe
het mot ook zuur zijn af en toe
Hier zie je dat de allitererende woorden niet per se naast elkaar hoeven te staan.